Kerk

De kerk is gebouwd aan het begin van de 14e eeuw. Van de oorsprinkelijke situatie is inmiddels niet veel meer zichtbaar vanwege een aantal drastische ingrepen. In 1726 is de oorspronkelijke zuidmuur afgebroken en vervangen, en is ook de zuidmuur beklampt. Ook werd aan de zuidkant een poortje met omlijsting gebouwd. Aan de oostzijde bevindt zich een vierzijdig gesloten koor met restanten van oud metselwerk. De noordmuur bestaat voor een groot deel uit kloostermoppen met een dichtgemetselde ingang en venster. In 1878 is de toenmalige zadeldaktoren afgebroken en vervangen door de huidige toren met een neo-romaans uiterlijk. in de toren hangen twee luidklokken, gegoten door A. Obertin en N. Rogier. De oudste, uit 1628, functioneert niet meer. De huidige inrichting is in drie fasen ontstaan n.a.v. herinrichtingen of renovaties. De preekstoel uit 1669 dateert uit de eerste fase. De preekstoel is eenvoudig uitgevoerd met panelen en lijstwerk. Uit de tweede fase, 1859-1860, stammen het tongewelf, de banken en het stucwerk. Alle banken hebben eenvoudig snijwerk. In de laatste fase is onder meer de houten vloer verwijderd waardoor weer grafzerken zichtbaar zijn geworden. In het koor bevindt zich nog een grafkelder van een aantal families. Behalve in deze fasen is zijn in 1983 zowel kerk als toren gerestaureerd. De kerk is een rijksmonument.

Orgel

1785

Het orgel wordt gemaakt door Albertus van Gruisen uit Leeuwarden. Op 10 juni wordt het in gebruik genomen.

1860

Fa. L. van Dam & Zn. uit Leeuwarden voert een aantal wijzigingen uit: • nieuwe frontpijpen vervaardigd en veel snijwerk in het   front vernieuwd. • klavieren gewijzigd en van nieuwe bakstukken voorzien. • Mixtuur (HW) vervangen door Bourdon 16' bas. • Sexquialter (RW) vervangen door Viool de Gambe 8'.

1883

De onderkas wordt verlaagd i.v.m. het aanbrengen van een nieuw stucgewelf.

1887

Het orgel wordt zwart geschilderd, afgezet met goud.

1995-1996

Restauratie door de Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden. De zwarte verf wordt van de kassen verwijderd.  Deze restauratie heeft een conserverend karakter. Op 2 juni 1996 wordt het orgel weer in gebruik genomen met een bespeling door adviseur Jan Jongepier uit Leeuwarden.

Hoofdwerk, C - c'''				Rugwerk, C - c'''
	Bourdon B D Prestant Roerfluit Octaaf Fluit does Quint Super Octaaf Trompet B D	16' 8' 8' 4' 4' 3' 2' 8'			Holpijp Viool de Gambe Prestant Woudfluit Dulciaan	8' 8' 4' 2' 8'

Pedaal, C - d'				Werktuigelijke registers
	Aangehangen Toonhoogte: a' = 438 Hz Temperatuur: evenredig zwevend				Tremulant Klavierkoppel 2 afsluitingen Magazijnbalg, vroeg 20e eeuws.